Nieuwe regeling ouderschapsverlof

ouderschapsverlof lastig voor mensen met een lager inkomen

Waar niet-zwangere ouders in 2019 nog slechts 5 dagen verlof mochten aanvragen voor de geboorte van hun kind, mogen ouders daar nu 5 weken verlof bovenop opnemen. Dit zorgt ervoor dat ze meer tijd kunnen doorbrengen met hun partner en pasgeboren kind. Tijdens dit langere verlof krijgen ze geen salaris, maar een uitkering van de UWV, die tot 70% van hun huidige salaris bedraagt.

Toch kiezen sommige mensen ervoor om het verlof niet op te nemen. Ze hebben de ruimte niet om 30% van hun inkomen te missen, en gaan daardoor weer na 5 dagen aan het werk of nemen slechts een kortere periode op.

Zorgen over mensen met lage inkomens

Vanaf het moment dat de nieuwe wet werd aangekondigd, waren hier al zorgen over van verschillende instanties. Zelfs de Raad van State gaf aan twijfels te hebben over deze ouderschapsverlof regeling. Het zou voor mensen met lage inkomens erg lastig worden om gebruik te maken van deze regeling.

Het was toen namelijk nog niet helemaal duidelijk hoe erg mensen met lagere inkomens er op achteruit zouden gaan vergeleken met het modaal inkomen. Dat bleek pas achteraf uit de berekeningen. Veel mensen hoeven namelijk helemaal geen 30% van hun inkomen te missen, maar slechts 20% of minder dankzij de gunstige belastingeffecten. Als je echter het minimumloon verdient, of net iets daarboven zit, keren de belastingeffecten om, waardoor je meer kwijt bent.

Rene Wickerhoff van financieel adviesbureau Van Bruggen Adviesgroep vindt het erg krom. Het is niet de bedoeling dat mensen met minimumloon er harder op achteruit gaan dan mensen met een modaal inkomen. Ze hebben al een stuk minder te besteden.

Hoe het nadelige ouderschapsverlof tot stand komt

Het nadelige effect van de nieuwe verlofregeling is het grootst voor mensen die rond het minimumloon verdienen. Daarna daalt het negatieve effect tot ongeveer 10% boven het minimumloon. Dit heeft te maken met de zogenoemde “arbeidskorting.” Dit is een korting die het werken aantrekkelijk zou moeten maken voor mensen zonder baan. Ze hoeven dan minder belasting te betalen over hun inkomen, waardoor ze meer overhouden. Doordat de uitkering van de UWV echter maar 70% van het loon uitkeert, hebben ze minder inkomen en daardoor ook minder arbeidskorting om gebruik van te maken.

Het is momenteel nog onduidelijk hoeveel mensen hier nu precies last van hebben, maar uit cijfers van het CBS blijkt dat ongeveer 1 op de 10 mensen tussen de 25 en 40 net iets boven het minimumloon verdient. Dat is erg veel.

Volgens hoogleraar familiesociologie Renske Keizer is het raar dat de regeling zo’n nadelig effect heeft voor mensen met lagere inkomens. Deze gezinnen hebben vaak al meer moeite om de eindjes aan elkaar te knopen, dus moeten ze met deze regeling nog meer inleveren. Daarnaast geeft ze aan dat van de gezinnen met een laag inkomen, veel zich nog aan de traditionele huishoudens vasthouden, waarbij de man werkt en de vrouw voor het gezin zorgt. Ze hebben dus geen dubbele inkomens, waardoor er opeens veel inkomen wegvalt.

Ouderschapsverlof voor beter verdeelde zorg voor het kind

belangrijk voor vaders aanwezig bij het kind

De nieuwe regeling was juist ingesteld met de bedoeling dat beide ouders meer tijd konden doorbrengen met het pasgeboren kind en daardoor een gelijkwaardige zorgverdeling in het huishouden stimuleren. Momenteel besteden moeders in heteroseksuele relaties nog altijd meer tijd aan het huishouden en de verzorging van hun kind dan vaders. Dit voorkomt dat zij ook de mogelijkheid hebben om te werken.

Het kabinet had namelijk als tweede doel om de arbeidsparticipatie van vrouwen te vergroten, mede door deze regeling. Dit komt omdat veel vrouwen ook minder werken na de geboorte van hun eerste kind. Dit ontneemt ze de economische zelfstandigheid, wat het kabinet onwenselijk vindt.

De Stichting voor Werkende Ouders heeft aan 500 ouders een enquête gestuurd. Uit de resultaten bleek dat een groot deel van de ouders de vergoeding te laag vond, en dat dat ook een reden zou zijn om geen verlof op te nemen. Het is momenteel wel nog onduidelijk hoeveel procent van de mensen met een laag inkomen de regeling heeft aangevraagd. In de tweede helft van 2020 vroegen echter maar 29.000 mensen verlof aan. Dat was 20% minder dan dat verwacht werd.

Meer ongelijkheid tussen gezinnen

Volgens Keizer kunnen de gevolgen van deze ouderschapsverlof regeling groot zijn. Als blijkt dat voornamelijk gezinnen met een modaal of bovenmodaal inkomen hiervan gebruik maken, vergroot je de kansenongelijkheid in het land. Het heeft namelijk meerdere voordelen voor een gezin wanneer de niet-zwangere ouder meer tijd doorbrengt met het kind.

Ze pleit daarom voor een regeling die gunstiger is voor mensen met een lager inkomen. Het liefste ziet ze een uitkering dat gelijk staat aan het salaris. Vicevoorzitter van vakbond CNV wil dit ook. De ongelijkheid tussen mensen met een hoog en laag inkomen moet kleiner worden.

Volgens minister Wouter Koolmees zouden lage inkomens juist meer baat moeten hebben bij de arbeidskorting. Mensen zouden hier niet op moeten verliezen omdat ze ervoor kiezen een kind te krijgen. Hij is van mening dat deze gezinnen dan wellicht meer toeslagen of een groter kindgebonden budget zouden moeten krijgen.

Keizer is het daar niet mee eens. Volgens haar vergt dit veel meer handelingen van de ouders, terwijl je juist het verlof en de geboorte zo soepel en makkelijk mogelijk wil laten verlopen. Het is voor nu nog onduidelijk of er wijzigingen komen rondom deze ouderschapsverlof regeling.

Bronnen: NRC.nl en Rijksoverheid